Hoe krijg je scholen aan de slag met jouw digitale aanbod?
De meeste scholen zien het belang van digitale cultuureducatie, maar het curriculum staat onder druk en de leerkracht moet scherpe keuzes maken. Als culturele organisatie kun je leerkrachten helpen door jouw aanbod optimaal op de groep af te stemmen en inzichtelijk te maken hoe het aansluit bij de doelen van het onderwijs.
Zo wakker je het vuurtje aan én bind je leerkrachten aan jouw organisatie. In dit artikel geven we vier tips en vertelt Kim van Steenwijk (leerkracht, lesontwikkelaar en adviseur) hoe zij het aanpakt.
1. Zorg voor een gedeelde wens
Een project voor het onderwijs komt idealiter voort uit een vraag van scholen. Een belangrijke stap voor een goede implementatie van je aanbod is het eerste gesprek dat je met elkaar hebt. Diep daarin de ‘waaromvraag’ uit en onderzoek het gedeelde belang. Zo ontwikkel je aanbod dat past bij de behoefte van scholen en dat duurzaam inzetbaar is.
Je hoeft niet altijd zelf achter de scholen aan. Culturele organisaties kunnen een beroep doen op een adviseur voor cultuureducatie in de regio of provincie. Zij zijn vaak werkzaam bij een expertisecentrum of kunstencentrum en helpen contact te leggen met scholen. Ook hebben deze adviseurs inhoudelijke expertise over de aansluiting op het onderwijs waar je vaak kosteloos een beroep op kan doen. Onderzoek hoe dit geregeld is bij jou in de buurt.
Kim:
''De inhoud van projecten die ik voor een culturele instelling ontwikkel komt vaak tot stand met medewerkers (leerkrachten, ICC’er) van de school, een inhoudelijk expert en soms vakspecialisten. Dat levert echt betere lessen op. Een pilot is belangrijk om een indruk te krijgen van de reacties van leerlingen. Je ziet snel welke werkvormen leiden tot enthousiasme en bij welke ze hun aandacht verliezen. Maar je ziet ook of de leerkracht of medewerker van de culturele organisatie met het materiaal uit de voeten kan. Voer een nagesprek met elkaar om dit goed te onderzoeken.''
2. Leg de link met wat leerlingen moeten leren
Leerkrachten willen het project vertalen naar de doelen van het onderwijs. Onderstreep het groeiende belang van creatieve en culturele competenties in de maatschappij van de toekomst, bijvoorbeeld dat leerlingen kritische burgers worden die creatief kunnen denken. Benadruk het nut van jouw aanbod in het licht van een schoolvak of leergebied. En maak waar mogelijk de link met het curriculum zichtbaar, zowel in het materiaal als in de beschrijving (metadata) ervan. Zo maak je het vindbaar.
Kim:
''Goed cultureel aanbod bestaat uit afwisselende werkvormen waarbij leerlingen aangeboden of zelf gevonden informatie op verschillende manieren verwerken. Ruimte voor autonomie is ook belangrijk, zeker bij oudere leerlingen. Kijk hoe je digitale tools kunt inzetten om de nieuwsgierigheid te prikkelen en hoe ze kunnen aanzetten tot vragen stellen en onderzoek doen.''
Tips voor online bronnen die ik inzet in mijn lessen zijn bijvoorbeeld:
- Delpher.nl, waar je archeologische vondsten en kranten van lang geleden online kan bekijken
- Beeldbanken van lokale, regionale en rijksarchieven waar je oude foto’s kun je vinden;
- Het Rijksmuseum heeft ook een hele mooie beeldbank met hoge resolutiebeelden van schilderijen;
- HisGIS is ook een mooie digitale tool. Hier kun je op basis van geografische kaarten terug in de tijd. Topotijdreis is eenzelfde soort site.
Tips voor het maken van aantrekkelijk digitaal aanbod voor het onderwijs, zijn te vinden in de checklist voor culturele instellingen (Opent een externe link).
3. Zorg voor (online) zichtbaarheid
Soms weten scholen simpelweg niet van het bestaan van een mooi project of programma. Vooral in de grote steden is het culturele aanbod erg groot. Leraren zien dan door de bomen het bos niet meer. Zorg daarom altijd voor zichtbaarheid van je aanbod via sociale media, nieuwsbrieven, regionale netwerken, mond-tot-mond reclame en vooral via platformen die leraren al gebruiken zoals Lesson-Up (Opent een externe link) en Wikiwijs (Opent een externe link). Bekijk hieronder de tips om je verder te helpen met ontwikkeling en zichtbaarheid aan de hand van de infographic van DEN.
Kim:
''Denk bij je aanbod vanuit de leerkracht. Deze wil snel inzicht krijgen. Start met een korte samenvatting, waarin je in een paar regels de kern van het project omschrijft en wat nieuwsgierig maakt. Benoem de leeftijdsgroep, het aantal lessen en hoelang het duurt. Benoem bij welke vakken het aanbod aansluit.
Probeer ook aan te sluiten bij cultuurmenu’s als die er zijn in jouw regio: dit zijn gebundelde culturele activiteiten voor scholen. Een inspirerend voorbeeld vind ik de website Reizen in de Tijd, de erfgoedleerlijn van Erfgoed Gelderland. Aansluiten bij een dergelijk initiatief maakt je aanbod zichtbaar voor alle scholen in jouw omgeving en daarbuiten.''
4. Laat leraren cultuur en digitaal erfgoed proeven
Fysieke en digitale lessen laten ervaren door de leerkracht is een goed idee, zeker als er iets van de leerkracht zelf verwacht wordt. Leerlingen worden regelmatig door partijen van buiten het onderwijs overschat in bijvoorbeeld hun digitale vaardigheden. Vaak wordt gedacht dat deze generatie technische zaken vanzelf oppakt, omdat ze opgroeien met internet, devices en apps. Uit de praktijk blijkt dat ze moeite kunnen hebben met zoeken in een digitaal archiefsysteem of collectie online van een instantie. Ook het interpreteren van bronnen is vaak moeilijk. Leerkrachten kunnen inschatten wat er aan hulp nodig is.
Bekijk ook het artikel “Hoe pak ik digitale cultuureducatie aan?” op de website van DEN.
Kim:
''Nodig ICC’ers uit in je organisatie (host bijvoorbeeld een ICC-netwerkbijeenkomst), geef een presentatie van de projecten die je voor het onderwijs hebt en laat het uitproberen. Het is een mooie gelegenheid om mensen van scholen te leren kennen. En als ze een keer bij jouw instelling zijn geweest is de drempel lager om met leerlingen te komen. Je kunt hierin ook samenwerken met de lokale steuninstelling die misschien op zoek is naar een locatie voor een netwerkbijeenkomst met ICC’ers of leerkrachten. Een win-win situatie!''