Digitalisering in cultuur als niet te missen maatschappelijke kans
De laatste jaren hebben veel culturele instellingen en makers in digitalisering een veilige haven gevonden: van innovatieve artistieke producten tot online educatieplatforms en online festivalervaringen. Wat onderbelicht blijft, is dat digitalisering een krachtig maatschappelijk middel is. Dat betoogt DEN directeur Maaike Verberk in dit opiniestuk.
Digitalisering is dé manier om essentiële maatschappelijke waarden van de cultuursector te verduurzamen. Zoals nieuwe verhalen vertellen die aansluiten bij en bereikbaar zijn voor een nieuw en jonger publiek.
Nú is het tijd om de vruchten te plukken
We zien dat experimenten met digitale activiteiten langzaam opdrogen, zeker bij kleinere instellingen. Wanneer zij dezelfde budgetten, kostenposten en outputverplichtingen weer voor het fysieke bezoek moeten aanwenden, kunnen zij onmogelijk het publiek op afstand optimaal blijven bedienen. Uitermate jammer, aangezien de waarde van het digitale kanaal voor de cultuursector in de afgelopen coronaperiode wel degelijk is bewezen.
Wat mij betreft keren we daarom helemaal niet terug naar het oude normaal. Sterker nog, dit is het moment om de vruchten te plukken van de digitale stroomversnelling die de coronacrisis teweeg heeft gebracht. De manieren om cultuur te produceren, presenteren, beleven en archiveren zijn ingrijpend veranderd. En het publiek verandert mee. Recentelijk rapporteerde de SER dat een groot deel van de samenleving een hybride levensstijl heeft omarmd, cultuur inbegrepen.
Digitaal maakt het mogelijk een publiek op afstand te bedienen.
Speelruimte om te investeren
Digitale transformatie is een kans gebleken voor de cultuursector. Het verdient en vereist blijvende aandacht. Daarom moeten we dit als sector veel hoger op de agenda zetten. Het publiek heeft geroken aan de mogelijkheden en wil meer. Tijdens de coronacrisis is bovendien gebleken dat publiek dat doorgaans de weg naar culturele instellingen niet of minder makkelijker weet te vinden, digitaal wél aanhaakt.
Zo trekken digitale activiteiten niet alleen een jonger, maar ook een meer divers en internationaler publiek. Met online presentaties kunnen instellingen gedurende een langere periode publiek bereiken. Er ontstaan nieuwe creatieve vrijplaatsen, waar publiek kan participeren en co-creëren. Daarbij worden fysieke barrières geslecht: digitaal aanbod zorgt voor meer toegankelijkheid en niet te vergeten democratisering. Jonge makers veroveren bovendien makkelijker een online dan een fysiek podium. Met de uitbreiding van dit waardenpalet versterkt de cultuursector zich van binnenuit.
Het is inmiddels evident dat de cultuursector haar maatschappelijke betekenis kan vergroten door digitaal aanbod te creëren voor publiek op afstand. Intussen wordt digitalisering vaak in één adem genoemd met vergroten van het verdienvermogen. Alleen is dit voor culturele instellingen op de korte termijn niet realistisch.
Het publiek is immers nog niet gewend, en daardoor niet altijd bereid, om de volle mep te betalen voor digitaal. Hierdoor zijn dergelijke producties zelden kostendekkend. Digitaal aanbod ontwikkelen en digitale kanalen opzetten vraagt dus allereerst om startkapitaal. Daarnaast is er tijd en ruimte nodig om te experimenteren, oude routines los te laten en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan.
Om innovatie in de culturele sector te stimuleren moet er verder worden gekeken dan de vierjarencyclus.
Al met al moeten instellingen investeren in een innovatief organisatieklimaat dat verder reikt dan de vierjarige subsidiecyclus. Pas dan kan digitalisering leiden tot digitale transformatie. Daarvoor is een cultureel ecosysteem dat digitale transformatie ondersteunt een vereiste. In het commerciële circuit is het gebruikelijk dat digitale businessmodellen met een flinke investeringsperiode gepaard gaan. De cultuursector is intrinsiek wendbaar. Dit betekent echter niet dat er geen behoefte is aan speelruimte om te kunnen investeren en experimenteren.
Waardenpalet voor wendbaarheid
De uitbreiding van het waardenpalet zorgt voor strategische wendbaarheid en voor meer maatschappelijke relevantie. De Raad voor Cultuur onderkent dit in haar advies over het herstel- en innovatiebeleid aan het ministerie van OCW van 4 november 2021. Volgens de Raad dient de sector de innovaties en samenwerkingsverbanden die tijdens de coronacrisis zijn ingezet, verder uit te bouwen. Een strategische innovatieagenda is daarbij onontbeerlijk. DEN is als aanjager en versneller van de digitale transformatie urgenter geworden. Een dergelijke fundamentele ontwikkeling in de cultuursector vraagt om structureel meer financiële middelen. Demissionair Minister Van Engelshoven gaf hiervoor op 16 november 2021 een eerste schot voor de boeg. In haar schets van de contouren van een herstelplan voor de culturele en creatieve sector krijgt een investeringsbudget voor de digitale transformatie een prominente plaats.
De urgentie van digitalisering in de cultuursector moeten we niet alleen onderkennen, maar wat mij betreft ook breder trekken. Dat betekent dat we eerst de maatschappelijke waarden ruimschoots én blijvend moeten verzilveren, om vervolgens in de toekomst nieuwe verdienmodellen mogelijk te maken. Dit slaagt echter alleen als we als sector en overheid collectief optrekken. Dan zullen we structureel het potentieel van haar waardecreatie kunnen aanboren en zo de toekomst te lijf gaan.